CVO GENT

De gewone zin

Zonder inversie

S + PV + rest + andere werkwoorden

Bv. Ik ben vorige week (tijd) naar Brussel (richting) geweest.

Bv. Hij heeft in zijn jeugd (tijd) in Frankrijk (plaats) gewoond.


Met inversie

rest + PV + S + rest + andere werkwoorden

- Als het eerste woord niet het subject is, dan blijft de PV op de tweede plaats en komt het subject na de PV.

Bv. In Gent kan je verschillende museums bezoeken.

- In een vraag is er altijd inversie (zie verder).

Bv. Kom jij ook naar de les?

Bv. Woon jij ook in Gent?

Naar boven


De vraagzin

- In een vraag is er altijd inversie.

- In een vraag krijgt de PV bij jij / je (2de pers. enkelvoud) in de OTT geen -t.

- Een vraag begint met de PV of met een vraagwoord.


- Als een vraag met de PV begint, is het antwoord altijd "ja" of "nee".

Naar boven


Nevenschikkende voegwoorden

Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee hoofdzinnen.

en

EN drukt een opsomming uit.


of

OF drukt een keuze uit.


maar

MAAR drukt een tegenstelling uit.


want

WANT drukt een reden uit.

De zin na WANT kan inversie hebben:


dus

DUS drukt een gevolg uit.

Naar boven